donderdag 17 maart 2011

rode stenen

'Mijn vader had van dat felle oranje rode haar. Sinds hij is overleden raap ik altijd rode stenen op die ik vind. Hier in Nederland vind je die niet zo vaak, maar laatst was ik in Turkije en daar waren prachtige exemplaren. Die heb ik mee genomen en die komen dan op het graf van mijn vader. Dat is een Joods gebruik. Morgen zal ik er een paar meenemen voor jullie dan kunnen jullie die in een van de laatjes van de kar doen.'



Het leggen van stenen op Joodse graven en monumenten is niet uniek Joods, in sommige streken hebben katholieken deze traditie ook en in Azië bestaat dit gebruik op verschillende plaatsen.
Heel vroeger, in de tijd van Abraham, waren de Joden voornamelijk een nomadisch herdersvolk in een gebied met heel weinig vegetatie (woestijn). Overledenen werden vaak op de plek begraven waar ze stierven. Om later het graf te kunnen terugvinden werden er stenen uit de omgeving neergelegd.
Nog vele duizenden jaren daarna, ook bij andere nomadische volkeren zoals de Bedoeïenen, bestonden er geen formele begraafplaatsen. Op het graf werden stenen gelegd en iedereen die langskwam droeg zijn steentje bij zodat er op het graf een soort grafheuveltje ontstond, een zgn. Cairn, ook terug te vinden in het noorden van Schotland als overblijfsel van de Picten.
Deze gewoonte is tot onze dagen overeind gebleven, onder andere bij de Joden. De betekenis die er nu aan gegeven wordt is drievoudig:
Het laat een teken achter dat je bij het graf bent geweest, je eert er de overledene mee en je eerbewijs is (in principe) onvergankelijk.
Bron: Prof. ir. M. S. Elzas

Geen opmerkingen:

Een reactie posten